Een licht bruine schim zigzagde door de bomen.
'Rennen!!!', dacht Kinada. 'Rennen!!!'
Ze galopeerde zo hard ze kon.
'Weg', dacht ze. 'Weg van die gestoorde wezens'
Ze keek achterom of ze haar nog volgde. Bijna knalde ze tegen een boom op, maar ze kon nog net op tijd uitwijken.
Na een tijdje vond ze dat ze ze wel kwijt was en versloomde haar pas. Ze kwam op een mooie grote open plek uit en besloot hier uit te rusten. Snel bespeurde ze de bosranden op onheil, maar kon niks vinden. Kinada begon rustig te grazen.